Ik zit op de grond in de slaapkamer. Om me heen staan spullen. Veel van die spullen heb ik in tijden niet gezien of aangeraakt, ik heb er niet eens aan gedacht. Maar ik wist dat ze er waren en nu ik ze weer in m’n handen heb, kan ik er geen genoeg van krijgen. Oude foto’s, dagboeken en poeziealbums zorgen ervoor dat ik vlagen van mijn jeugd weer helder voorbij zie schieten. Heel even zit ik weer met mama in de keuken en eten we een hardbroodje met gele suiker, volleybal ik met papa op het speelveldje voor ons huis en speel ik met m’n zusjes achter het huis bij opa en oma.

Ik beleef de momenten alsof ik ze gisteren heb meegemaakt en vraag me tegelijkertijd af waar de tijd is gebleven. Vroeger dacht ik dat alleen oude mensen zichzelf dit soort vragen stelden. Of ben ik door de jaren heen ongemerkt in de leeftijdscategorie beland die ik vroeger als ‘oud’ beschouwde? Dat betekent dat niet alleen ik, maar ook de mensen om me heen ouder zijn geworden. Het besef dat het leven eindig is slaat plotseling keihard in en dat maakt me verdrietig. Maar meteen daarna voel ik me dankbaar. Dankbaar voor alles wat ik tot nu toe mag beleven met de mensen die me het meest dierbaar zijn. Ik schrik op uit mijn gedachten als mijn man de kamer binnenloopt, gevolgd door m’n ouders: ‘Waar staan de verhuisdozen en waar zullen we beginnen met inpakken?’

Twee dagen later open ik voor de laatste keer de voordeur die ik de afgelopen jaren duizenden keren heb geopend en even zo vaak weer heb gesloten. Als ik de hal binnenstap ruik ik de bekende geur die hoort bij dit huis. Het huis waarvan ik alle hoeken en gaten ken, alle kieren en oneffenheden. Veel van die oneffenheden irriteerden me de laatste jaren mateloos, maar toch zorgen ze juist mede voor dat o zo vertrouwde gevoel. Tegelijkertijd voelt het vreemd. De plek in de hal waar voorheen de grote spiegel hing die ooit van mijn oma was, is nu leeg. Dat geldt ook voor de woonkamer waar ik na een lange werkdag op de bank plofte, voor de keuken waarin mijn man (ik ben niet zo’n keukenprinses) de lekkerste gerechten maakte, voor de slaapkamer, de badkamer, de schuur en de tuin. We hebben plezier en verdriet gehad in dit huis. We hebben gelachen en gehuild, gezongen, gedanst, gestoeid, gepraat, gegeten en gedronken, geslapen, gewassen, ruzie gehad en het weer goed gemaakt, geklust en gekust in dit huis. Kortom: we hebben er geleefd. Nu trek ik voor de laatste keer de deur achter me dicht. En zoals bij elke deur die sluit, gaat er ook nu weer een nieuwe open. Ik ben ervan overtuigd dat achter deze deur weer evenveel mooie momenten verstopt zijn en ik kan niet wachten om ze te gaan beleven.