Indonesië, het land waar mijn vader geboren is en waar dus voor 50% mijn roots liggen. Als tienjarig meisje droomde ik ervan om dit land te bezoeken. Zeventien jaar later stapten mijn kersverse man en ik in het vliegtuig naar deze eilandengroep in de Indische Oceaan, om daar onze huwelijksreis door te brengen. Ik heb er mijn ogen uitgekeken…
Paradijs
Prachtige rijstterrassen, witte stranden, indrukwekkende watervallen en vulkanen, mangrovebossen en regenwouden. Je vindt het er allemaal. De flora die ver wegblijft uit ons koude kikkerlandje omdat ze óf zou verregenen óf dood zou vriezen, bloeit in het tropische Indonesië volop. Ook voor iemand als ik, die in juli de verwarming nog aan heeft omdat de temperatuur maar niet boven de 20 graden Celsius uit wil komen, is het klimaat ideaal. Dan de Indonesiërs zelf… zij beschikken over een vriendelijkheid en beleefdheid die in ons land soms ver te zoeken is. De mensen hebben altijd een glimlach en een vriendelijk woord paraat.
Keerzijde
Voor sommige Indonesiërs -lees: de rijke mensen- is het land inderdaad het hierboven geschetste paradijs. Waar ze dankzij de corrupte overheid bovendien als ware vorsten leven. Maar voor het grootste deel van de bevolking komt het woord ‘paradijs’ bij lange na niet in de buurt van de situatie waarin zij verkeren. Lange dagen keihard werken onder slechte omstandigheden en dat alles voor een hongerloontje waarvoor zelfs de meest armzalige westerling zijn neus ophaalt. Het principe ‘de rijken worden rijker en de armen blijven arm’ is hier aan de orde van de dag.
Respect
Ik heb een diep respect gekregen voor de mentaliteit van deze hardwerkende mensen. Ze doen hun werk met een nederigheid die nog stamt uit de tijd dat Nederlanders daar de scepter zwaaiden en die van generatie op generatie is doorgegeven. Klagen over de eentonigheid van het werk, slechte arbeidsvoorwaarden of te weinig inspraak in de gang van zaken -iets waar we in Nederland naar mijn mening soms volledig in doorslaan- komt niet bij hen op. Ze zijn simpelweg dankbaar voor de kans die ze krijgen om geld te verdienen waarmee ze hun gezin en familie te eten kunnen geven. Deze houding siert hen. En wij? Wij zouden minder moeten klagen en meer tevreden moeten zijn met alles wat we hebben. Want dat is vaak meer dan we beseffen…