We kennen elkaar nog niet, jij en ik. Sterker nog, je weet niet eens dat ik besta. Ik weet ook pas sinds een paar maanden van jouw bestaan en sindsdien denk ik aan je. Elke dag. Hoe je naar me zal lachen, hoe je naar me zal kijken, hoe het voelt als ik je vasthoud. Het lijkt nu nog zo onwerkelijk, maar ik weet zeker dat het gaat gebeuren. Dat we elkaar ontmoeten en dat we vanaf dat allereerste moment van elkaar zullen houden. Al snel zal het zijn alsof we elkaar al jaren kennen. Mensen zeggen dat ik me dan niet meer kan voorstellen dat er ooit verjaardagen waren zonder jou, dat kerst en oud en nieuw verstreken zonder jou, dat het zomer en weer winter werd zonder jou. Ik denk dat ze gelijk hebben, die mensen.
Je bent er en je mag er zijn. En dat laat je me graag weten. Schoppen, stompen, porren en draaien. Geen moeite is je teveel om mij op jouw aanwezigheid te wijzen. Goed zo jongen, leef je uit. Ik heb op mijn beurt al een paar foto’s van jou laten maken. Heel stiekem, zonder dat jij het weet. Je rug, je buik, je armen en benen zijn duidelijk zichtbaar en met een beetje geluk zie ik zelfs je gezicht; je neus, je ogen en je mond.
Ik zie het allemaal en toch weet ik niet hoe je eruit ziet. Daar fantaseren we soms over, papa en ik. Je hebt een lichtbruine huid, donkerbruine ogen en net zulk donker haar, misschien wel met krullen of een lichte slag. Ook ben je sterk, stoer en een tikkeltje eigenwijs. En hoewel je soms ondeugend bent, luister je goed. Je houdt van voetbal en mooie auto’s, net als papa. Maar ook van knuffelen en lezen, want dat vindt mama fijn. Maar bovenal ben je jezelf en daar zijn we trots op. Nu al.
We kunnen niet wachten tot je bij ons bent en we je kunnen knuffelen, horen, zien en ruiken. Maar blijf voorlopig nog maar even lekker zitten waar je zit, totdat je groot en sterk genoeg bent om naar ons toe te komen. Wij wachten hier op jou. Tot over een paar maandjes lief mannetje!